Risicofactoren heupfractuur

Welke risicofactoren voor mortaliteit en verlies van functionaliteit dienen preoperatief in kaart gebracht te worden bij de patiënt met een proximale femurfractur?

Wereldwijd lopen 18% van de vrouwen en 6% van de mannen een heupfractuur op in hun leven (1). Dit komt erop neer dat in Nederland iedere jaar ongeveer 17.000 mensen hun heup breken (2). Dit betreffen met name ouderen en door de dubbele vergrijzing, bevolkingsopbouw in combinatie met steeds hogere leeftijdsverwachting, neemt dit getal naar verwachting steeds verder toe. Het oplopen van een heupfractuur kan enorme gevolgen hebben op de levensverwachting en kwaliteit van leven. Ruim 40% procent krijgt een complicaties, zoals decubitus, delier, longontsteking en wondinfecties, en één op de drie overlijdt in het eerste jaar na opname (3).

Welke risicofactoren invloed hebben op de uitkomst van de behandeling zijn nog onvoldoende in kaart gebracht. Er is sterk bewijs dat de mortaliteit na een operatie wegens een proximale femurfractuur wordt beïnvloed door de volgende factoren: leeftijd, geslacht, co-morbiditeit, ASA-classificatie, woonsituatie, cognitieve status/dementie, mobiliteitsniveau en ADL-niveau. Er is matig bewijs dat de mortaliteit na een operatie wegens heupfractuur wordt beïnvloed door de volgende factoren: fractuurtype, BMI, voedingstoestand en lab waarden (tenminste hemoglobine, albumine, creatinine/eGFR); Er zijn onvoldoende studies verricht naar het verband tussen prognostische factoren en functioneren na operatie bij ouderen die een ingreep wegens een heupfractuur ondergingen.

Literatuur
  1. Epidemiology and social costs of hip fracture
  2. Prevalentie gebroken heup
  3. RIVM
Om u beter van dienst te zijn, maakt de website gebruik van cookies.
}