- Wetenschap
- CORE-handleiding
- Lopend onderzoek
- Startend onderzoek
- Afgerond onderzoek
-
Overig onderzoek
- Antibiotica bij prothesechirurgie
- Behandeling kraakbeentumoren
- Behandeling SAPS
- Corticosteroïdinjectie knieartrose
- Heupartroscopie
- Stepped care bij knieartrose
- Steunzolen bij volwassenen studie
- Voorspellen behandeluitkomsten
- Risicofactoren heupfractuur
- Patiëntkenmerken bij unicompartimentele artrose
- Patiëntkenmerken bij behandeling van hallux valgus
- Kosteneffectiviteit behandelingen duimgewricht
- Behandeling MRCT <65 jaar
- Chronische lage rugpijn
- Heupdysplasie
- Bekkenringfractuur
- Patellofemorale pijn
- Septische artritis
- Stepped care met AI
- Maatschappelijke impact orthopedische behandelingen
- Subsidies
- Adhesieverklaring
- Stakeholders
- Nieuwsbrieven
- Zorgevaluatie
- Abstracts
- Promoveren
- Tijdschriften
Risicofactoren heupfractuur
Welke risicofactoren voor mortaliteit en verlies van functionaliteit dienen preoperatief in kaart gebracht te worden bij de patiënt met een proximale femurfractur?
Wereldwijd lopen 18% van de vrouwen en 6% van de mannen een heupfractuur op in hun leven (1). Dit komt erop neer dat in Nederland iedere jaar ongeveer 17.000 mensen hun heup breken (2). Dit betreffen met name ouderen en door de dubbele vergrijzing, bevolkingsopbouw in combinatie met steeds hogere leeftijdsverwachting, neemt dit getal naar verwachting steeds verder toe. Het oplopen van een heupfractuur kan enorme gevolgen hebben op de levensverwachting en kwaliteit van leven. Ruim 40% procent krijgt een complicaties, zoals decubitus, delier, longontsteking en wondinfecties, en één op de drie overlijdt in het eerste jaar na opname (3).
Welke risicofactoren invloed hebben op de uitkomst van de behandeling zijn nog onvoldoende in kaart gebracht. Er is sterk bewijs dat de mortaliteit na een operatie wegens een proximale femurfractuur wordt beïnvloed door de volgende factoren: leeftijd, geslacht, co-morbiditeit, ASA-classificatie, woonsituatie, cognitieve status/dementie, mobiliteitsniveau en ADL-niveau. Er is matig bewijs dat de mortaliteit na een operatie wegens heupfractuur wordt beïnvloed door de volgende factoren: fractuurtype, BMI, voedingstoestand en lab waarden (tenminste hemoglobine, albumine, creatinine/eGFR); Er zijn onvoldoende studies verricht naar het verband tussen prognostische factoren en functioneren na operatie bij ouderen die een ingreep wegens een heupfractuur ondergingen.
Literatuur |