18 december 2025

NOV en VOCA: twee enthousiaste voorzitters aan het woord

Sinds ongeveer een jaar is de VOCA-voorzitter actief toehoorder bij het NOV-bestuur. VOCA-leden konden tot nu toe als buitengewoon lid onderdeel uitmaken van de vereniging. Per 1 januari 2026 heten we VOCA-leden welkom als lid van onze vereniging, net als de orthopedisch chirurgen en inclusief stemrecht. Daarnaast blijft de VOCA als onafhankelijke vereniging bestaan. VOCA-voorzitter Pim van Dijk is blij dat zij deze door haar voorgangers ingezette beweging binnen haar voorzittersperiode werkelijkheid kan laten worden. NOV-voorzitter Jacob Caron verwelkomt de frisse wind van de nieuwe en aankomende generaties orthopedisch chirurgen met open armen.

De toekomst begint nu. Dan is het logisch dat de toekomst daarover meedenkt en -praat. Zo’n beetje vanuit die gedachtegang startten de gesprekken over meer betrokkenheid van de VOCA bij de NOV. VOCA-voorzitter Pim van Dijk: “Mijn voorgangers, waaronder Dirk Hogerzeil en Casper Quispel, waren hier al mee in de weer. Vorig jaar zaten Casper en ik aan tafel met Jacob Caron, Jeroen Nieuwenhuis en Joost Colaris van het NOV-bestuur en met NOV-directeur Gerben Aarnoudse. Hoe brengen we zo’n nauwere samenwerking in de praktijk? We kwamen uit op dit actief toehoorderschap en lidmaatschap.” NOV-voorzitter Jacob Caron kijkt verder terug: “Aan een bestuurstafel neem je besluiten en er waren onderwerpen waarbij we achteraf zeiden: even de VOCA informeren. We gingen ons realiseren dat dat gemiste kansen waren; het was logisch, handig, nuttig en belangrijk om de VOCA al eerder in de besluitvorming erbij te betrekken. Dat geeft namelijk toegevoegde perspectieven. En waar het de VOCA en arts-assistenten zelf betreft is het natuurlijk wel zo netjes om niet óver hen, maar mét hen besluiten te nemen.” Pim voegt hieraan toe: “Als assistent bén je onderdeel van de orthopedie en dit krijgt steeds meer diepgang naarmate de opleiding vordert. Dan is het voor beide kanten een toegevoegde waarde als assistenten over het vak mee kunnen denken.”

Duurzaamheid
Vanuit de NOV telt ook Duurzaamheid mee, benadrukt Jacob: “Duurzaamheid in maatschappelijke verantwoordelijkheid, milieu en mens. De mens-factor gaat dan natuurlijk om de patiënt, maar ook om de duurzame inzetbaarheid van orthopedisch chirurgen en dat betreft alle generaties. In veel branches en in de gehele maatschappij zie je dat de huidige generatie twintigers en dertigers niet denkt, voelt en werkt zoals de huidige vijftigers en zestigers dachten, voelden en werkten toen zij die leeftijd hadden. De verschillende generaties moeten met elkaar in gesprek blijven over zaken als de werk-privé-balans en hoe de jongere generaties denken over het vak. Dat betekent dat we de visie, de intelligentie, de motivatie en het streven van de arts-assistenten binnen de NOV moeten kennen en dus dat we naar hen moeten luisteren.”
Ook Pim benoemt duurzaamheid en geeft als voorbeeld ‘de groene OK’: “Voorheen was hier nauwelijks aandacht voor. Nu is het een belangrijk thema binnen de NOV en dat juichen we vanuit de jongere generatie enorm toe. Assistenten brengen weer andere ideeën rondom dit thema doordat wij bijvoorbeeld nadrukkelijker zijn opgegroeid met het fenomeen klimaatverandering. Juist de kruisbestuiving tussen deze ideeën en ervaring van de verschillende generaties werkt dan heel goed.”

"Nieuwe perspectieven helpen om anders of opnieuw over zaken na te denken."

Ervaring meets Frisse wind
Het is niet verrassend dat vanuit de jongere generaties een frisse wind waait. Jacob waardeert dat enorm: “Ik benadruk het nog maar eens dat de arts-assistenten en de Jonge Klaren iets toevoegen wat wij niet meer hebben: een jonge geest, een jong brein, een ander perspectief. Net als de maatschappij dendert de orthopedie natuurlijk ook voort en via wetenschappelijk onderzoek krijgen we steeds meer grip op zaken, maar voor je het weet stroom je alleen nog maar met the main stream mee. Dat is niet per definitie verkeerd, maar je kunt zaken missen, over het hoofd zien of er gewoon niet aan denken dat het misschien ook anders kan. Nieuwe perspectieven helpen om anders of opnieuw over zaken na te denken. In veel gevallen is ‘je eigen waarheid’ niet per se ‘de werkelijkheid’ – dat bedoel ik ermee. Door naar elkaar te luisteren, kom je makkelijker tot een gezamenlijke waarheid, een rijkere werkelijkheid. We hebben elkaar nodig om ons fantastische vak naar de toekomst te brengen.”

VOCA blijft VOCA
Voor de duidelijkheid: er is geen sprake van dat de VOCA opgaat in de NOV. “Zeker niet”, stelt Pim. “Als VOCA hebben we nog steeds onze eigen identiteit, onze eigen ideeën en zeggenschap nodig. Als assistenten en Jonge Klaren heb je met zaken te maken die minder relevant zijn voor de orthopedisch chirurgen. Dus we moeten ook onze eigen vereniging handhaven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de jaarcongressen: het NOV-congres is enorm belangrijk en interessant voor ons en daarnaast blijft er behoefte aan ons eigen VOCA-congres.” Onder andere voor het bespreken van de Jonge Klaren-enquête: “De resultaten van deze jaarlijkse enquête bediscussiëren we uitgebreid tijdens ons congres. Zo’n discussie verloopt anders dan binnen NOV-context. Ook daar is het belangrijk om die resultaten te bespreken, maar dan moeten we er toch eerst zelf duiding aan kunnen geven.” Ze voegt nog toe dat het ook gewoon “een lekker gevoel geeft” om het als assistenten onder elkaar te kunnen hebben over het vak, over elkaars ervaringen, verwachtingen en over de toekomst.

En: hoe gaat het?
Inmiddels is de nieuwe samenwerkingsvorm al bijna een jaar onderweg. “Het gaat supergoed”, juicht Pim. “Natuurlijk ben ik toehoorder en dus geen officieel bestuurslid en ik heb geen stemrecht. Maar ik word volwaardig bij alles betrokken: de vergaderingen - inclusief de voorbesprekingen, de strategiedag, de beleidsweekenden, et cetera. Waar ik het nodig vind en waar het mogelijk is, overleg ik binnen het VOCA-bestuur en eventueel kan ik ruggenspraak houden met onze leden.” Deze opsomming leidt tot een heel praktische vraag: als je zo actief bent binnen twee besturen, waar haal je dan de tijd vandaan? “Die komt deels uit de niet-klinische EPA en deels is het mijn eigen tijd. Ik ben heel blij met de opleidingsziekenhuizen waar ik werk: ze juichen mijn toehoorderschap alleen maar toe en ik krijg er tijd voor.”
Ook Jacob staat te juichen en benadrukt nog maar eens de meerwaarde: “Door de twintigers en dertigers een podium te geven, denken zij nadrukkelijker na over wat zij nodig hebben om een goede orthopedisch chirurg te worden en te blijven. Ook zie ik dat, ja, hoe verwoord je dat, dat hun leven meer dan bij onze generatie méér is dan orthopedisch chirurg zijn. Ik vind dat enorm verrijkend: als orthopedisch chirurg en voor mezelf als persoon.” 
Hij denkt even na en vervolgt: “Dat is anders dan we gewend zijn. Van oudsher was het natuurlijk zo dat je je als jonge orthopedisch chirurg wel aan de zittende generaties móest aanpassen en in hun werkethos en werkmodus mee móest gaan. Dat heeft ons veel gebracht, maar we hebben vast ook andere perspectieven gemist – zonder dat we ons daarvan bewust waren. Of we stonden er niet voor open. Wat ik maar wil zeggen: het plaatje van de ideale arts-assistent is vaak nog steeds het plaatje van de arts-assistent die je zelf ooit was. Maar dat is voor de huidige generatie niet een ideaal plaatje. Daar moeten we het over hebben, anders creëer je je eigen blinde vlek. Dat kunnen we ons niet permitteren.”

Wensen
Zijn er nog wensen te vervullen? Jazeker. De aiossen zouden graag zien dat ZBC’s deel uitmaken van de opleiding. “Dat is lastig te organiseren en dat begrijpen we”, aldus Pim. “Toch blijven we erop hameren, want steeds meer mensen uit onze generatie zullen in een ZBC werkzaam zijn. Dan is het goed om daar al in je opleiding kennis over op te doen. Daar komt bij: doordat er steeds meer ZBC’s zijn, verandert het orthopedisch werk dat in de ziekenhuizen plaatsvindt. Dat heeft invloed op de opleiding. We moeten ervoor waken dat je tijdens de opleiding geen ASA-1 en -2 patiënten meer ziet.”
Ook branding is een belangrijk thema, aldus Pim. “Over de gehele linie neemt onder studenten geneeskunde de wens om specialist te worden af. Dan wil je als orthopedie ervoor zorgen dat de talenten kiezen voor óns vak. Binnen de VOCA hebben we een enthousiaste taskforce die zich dat tot doel stelt. Zo waren deze collega’s al vaker aanwezig op de KNMG-carrièrebeurs en dit jaar sloot Jacob zich bij hen aan. Dat was fantastisch en absoluut een verrijking: een ander voorbeeld van een mooie kruisbestuiving tussen de NOV en de VOCA.”

Let the magic happen
Beide voorzitters staan stil bij de al vervulde wens van een andere Jonge Klaren-huldiging tijdens het NOV-Jaarcongres. “Die huldiging is al jaren een speciaal moment, maar nu we zelf bij de organisatie betrokken zijn, staat de ceremonie veel dichter bij de Jonge Klaren”, weet Pim. Ook Jacob is om: “Meer dan wij ons realiseerden, is het echt de ene fase afsluiten en de nieuwe fase vieren. Hier nadrukkelijker bij stilstaan voegt waarde toe.” Hij besluit: “Dit illustreert goed wat ik bedoel. Wij denken: we doen het toch goed, er is aandacht, we waarderen jullie, laten dat zien en horen, en jullie zijn van harte welkom binnen ‘de club’. Tegelijkertijd wordt dit door die nieuwe clubleden én wel én niet zo ervaren. Ja, ze voelen zich welkom en gewaardeerd. Tegelijkertijd is het afronden van de ene fase en het starten van de volgende zo’n periode where the magic happens en het is goed dat daar nu nadrukkelijker aandacht voor is. Door dit soort zaken te bespreken, kom je nader tot elkaar.”
Om u beter van dienst te zijn, maakt de website gebruik van cookies.